Ik kan me nog herinneren dat ik op de Pabo de Kanjertraining moest onderzoeken. Wat me is bijgebleven van mijn stage is het mantra: “Stop, hou daarmee op, ik vind het niet meer leuk, wil je daarmee stoppen?”
Tenenkrommend. Kleine kleuters die deze zin oprakelen en bijna als robots uitspreken. En dan nog verbolgen zijn dat het kind dat ze aanspreken niet luistert en gewoon lekker doorgaat met neten…
Aan alle leerkrachten en opvoeders: “Stop, hou op” is in mijn beleving volkomen zinloos.
Uiteraard trap ik nu weer op enkele gevoelige zweefteefteentjes, maar dat heb ik er voor over. Want ik leg je uit wat wél werkt…
“Stop, hou daarmee op!”
Het kan lastig zijn om voor jezelf op te komen en je grenzen aan te geven. Op die gedachte is niet alleen de bekende Kanjertraining gebaseerd, maar zijn tal van sociale modellen gebouwd die kinderen al op jonge leeftijd leren zich sociaal op te stellen. Opkomen voor zichzelf, grenzen aangeven en grenzen bewaken zijn daarbij het uitgangspunt.
Omdat kleuters nog maar net beginnen met inzicht in hun eigen gedrag en dat van anderen te krijgen, is bij dergelijke training het rijmpje “Stop, hou daarmee op” ontworpen. Het idee is natuurlijk lief bedoeld: een middel om ongewenst gedrag te laten stoppen. Alleen wordt de plank zo gruwelijk wanhopig misgelsagen in de uitvoering. Weer zo’n kwestie waarbij de theorie mooi mag klinken, maar in de praktijk geen zoden aan de dijk zet.
Maar waarom werkt het dan niet?
Er is dus niets mis mee dat kleuters al aangeleerd wordt om hun grenzen aan te geven (daar kun je wat mij betreft niet vroeg genoeg mee beginnen). Maar het werkt niet. Een aantal redenen waarom “Stop, hou daarmee op!” zijn kracht verliest:
- Het oplepelen van het versje is niet de kern. Het gaat erom hóe een kind het zegt. Zelfverzekerd of eerder verveeld, vanwege de eeuwige herhaling?
- “Stop, hou ermee op!” is niet erg concreet. Waar moet ik mee stoppen als het tegen me gezegd wordt? Wat doe ik wat de ander niet leuk vindt? Ik bedoel het als grapje en niet serieus… Kortom: het schetst niet duidelijk waar het om gaat.
- Het wordt onderhand zo vaak gezegd dat het weinig indruk meer maakt op andere kinderen. Je kan tegenwoordig geen kleuterplein meer oversteken zonder het 5 keer te horen. Tja, dan komt het toch niet meer lekker binnen, hoor.
Wat doet er wél toe?
Afgezien van het zinnetje zelf, zijn er enkele zaken die er wel toedoen als het aankomt op grenzen aangeven en vervelend gedrag proberen af te weren. Zo reageren kinderen op elkaar en op wat ze zien. Als het ene kind weinig pit uitstraalt en eerder lijkt te schermen met het jolige rijmpje, zal dat weinig indruk maken op een doorgewinterde etterbak. Die zal er eerder om gaan lachen dan dat het iets uithaalt. Het doet eerder het tegenovergestelde en laat zien hoe kwetsbaar het kind is (en wat een lekker makkelijke prooi voor de pestkoppen van de groep).
Wanneer het geplaagde kind zich echter groot maakt, een stap naar voren zet en “Kappen nu!” in het gezicht van de belager blaft, is de kans op succes een stuk groter. Het gaat om lichaamstaal.
En natuurlijk mag ik het als leerkracht niet zeggen, maar als ouder zou ik er ook nog achter kunnen staan dat een kind vervolgens een pets uitdeelt als er niet gestopt wordt. Het wordt immers duidelijk gevraagd en in onze maatschappij moet je soms heel duidelijk zijn.
Zelfrespect
Om succesvol te zijn in het voor jezelf opkomen en je grenzen laten zien, is het belangrijk dat een kind zelfrespect heeft. Ieder kind moet laten zien zichzelf serieus te nemen en neer te zetten. Dat doe je vooral door ervaringen op te doen en naar je eigen wensen te handelen. Wil jij dat mensen je grenzen respecteren? Dan moet je dat uitstralen.
Er zijn enkele manieren die kunnen helpen om een kind stevig in zijn schoenen te laten staan:
- Letterlijk stevig gaan staan, laat zien dat je achter je boodschap staat;
- Kijk overtuigend en maak oogcontact als je je boodschap brengt;
- Ondersteun je wens ook non-verbaal, dus straal uit wat je van de ander verwacht;
- Wees concreet als dat nodig is, dus zeg precies wat je niet leuk vindt en waarvan je wil dat de ander ermee stopt.
Bijvoorbeeld:
- Ik vind het niet leuk dat je zo over mij praat. Hoe zou jij het vinden als ik dat over jou zou zeggen?
- Ik wil niet dat je voordringt, want ik was aan de beurt.
- Geef die potloden terug, want ik was er nog mee bezig.
Hoe denken jullie over de Kanjertraining en “Stop, hou daarmee op!”?
Je kunt geen reactie plaatsen, maar trackbacks en pingbacks zijn beschikbaar.