Als leerkracht heb ik de term wel eens voorbij horen komen, maar ik dacht dat het me nooit zo treffen. Immers, in mijn groep 8 heerst elk jaar weer een structuur van rust, reinheid en regelmaat. Ik ben zo duidelijk als een overbelicht zebrapad. En toch is het me nu overkomen. Eén meisje zat de na week 2 ziek thuis. De reden? Ernstig pestgedrag vanuit een aantal meiden.
Hoewel ik het begrip meidenvenijn intussen aan den lijve heb ondervonden, heb ik er ook veel van geleerd.
Pesten en meidenvenijn
Pesten is van alle tijden, lees je overal. Meidenvenijn is wel een heel andere vorm van pesten. Ik heb het boek van Anke Visser over dat onderwerp gelezen om het probleem bij de wortel aan te pakken. Die wortel bleek de queen bee te zijn. De bijenkoningin en haar helpende handjes zijn de kern van het probleem.
Het meisje dat ze tot hun slachtoffer hadden gekozen (ik noem haar even Demi) was weerloos en niet tegen hen opgewassen.
Hoe de keuze op Demi is gevallen is me niet helemaal duidelijk. In voorgaande jaren werd ze niet gepest of getreiterd, ze valt niet echt op. Anderzijds zegt ze ook niet zoveel en is ze wat alternatief. Dat zou dus zomaar de reden kunnen zijn.
Hoe dan ook, op het schoolplein stond Demi steeds vaker alleen. Dat begon in de eerste week na de vakantie. De paar kinderen die zich nog om haar bekommerden vielen in de dagen die volgden weg en Demi bleef alleen over. Ze zwierf in de pauze een minuut of 20 over het schoolplein, maar deed niets en sprak met niemand. At zwijgend haar banaan en dronk haar pakje.
Op een afstandje vormde zich de bijenkorf van de queen bee. Vier meelopers en één pittige tante (die we even Gwen noemen).
Ik zag dat Gwen regelmatig mijn kant op keek als ze aan het smoezen was. Elke pauze gebeurde er wel wat. Eerst werd Demi tegen het hek geduwd, later tegen een prullenbak en weer later knoeide een van de volgelingen “zogenaamd” een halve beker Fristi over Gwens nieuwe trui en broek. Demi gaf geen krimp, maar het zat haar wel dwars. Dat was aan alles te zien.
De moeder van Demi trok aan de bel nadat Demi in de tweede week twee dagen ziek was.
Het gesprek
Het bleek al een tijdje gaande te zijn. Al in de zomervakantie was het begonnen. Sindsdien waren de vijf meiden, onder aanvoering van Gwen, bezig om haar dochter te zieken.
“Ik kon het eerst nog wel hebben, maar nu zie ik het ook niet meer. Het doet pijn om mijn kind zo te zien. Ik ben in alle staten en heb het fout aangepakt, toen ik Gwen uitkafferde toen ze op het pleintje achter ons huis bezig was Demi uit te dagen.”
Er was “iets” voorgevallen in de zomervakantie. “Iets kleins,” aldus de moeder van Demi. “Een telefoon die Demi per ongeluk had laten vallen. Er zat een krasje op of zoiets en Demi zei dat die er al op had gezeten. Ik weet het niet precies. Ik heb nog aangeboden het op te lossen, want de verzekering dekt dat. Maar Gwen en haar moeder wilden nergens van weten.”
En nu werd Demi dus gepest. Ze treiterden haar, duwden haar, stuurden vervelende appjes, stookten de jongens tegen haar op, verstopten zelfs haar kleren tijdens de gymles waardoor ze zonder slipje mee moest naar school… Mijn hart brak en ik wilde het aanpakken.
Met de gedragsspecialist besprak ik het verschijnsel en ik las in een weekend het boek van Anke Visser.
We zetten een plan op.
Aanpak van meidenvenijn
Je moet meidenvenijn met de wortel aanpakken. Het meedogenloze gedrag van meisjes is soms onvoorstelbaar, maar je moet het letterlijk benoemen en er keiharde afspraken over maken.
Dat is in de klas gedaan. Alle gedragingen zijn vastgelegd in regels en die regels werden en worden elke dag herhaald. Wie over de schreef gaat, krijgt straf. Wie het goed doet, wordt beloond. Eigenlijk komt het er bij meidenvenijn op neer om de schil rondom de queen bee af te breken. Dat doe je door de andere betrokkenen – de meelopers en de volgelingen – een voor een te benaderen. Op die manier zwakt de queen bee af.
Het gekke is dat het als een soort van strijd voelt met een leerling, die je niet wil voeren. Maar wel een strijd die noodzakelijk is.
Ik heb de regie strak in handen genomen, laten zien dat ik de baas was in de klas en ben geen moment “weg” geweest. Overal zagen ze mij: de queen, haar volgelingen en Demi. In de tussentijd werd Demi door de gedragsspecialist bevraagd en sterker gemaakt. Ik zag haar met de week groeien. Ze beet van zich af, durfde zich sterker neer te zetten en gaf heel duidelijk de “ik-boodschap”. Dat was mooi om te zien.
We zijn nu een paar weken verder en het gaat de goede kan top. Waarschijnlijk moet ik de regels blijven herhalen en de aanpak vers houden gedurende het hele schooljaar, maar Demi zit lekkerder in haar vel. Ook de volgelingen van de queen bee zijn minder van haar afhankelijk. Gwen, de queen bee, richt zich intussen meer op de jongens. Die laten zich gelukkig niet zo snel verleiden.
Signalen van meidenvenijn
Vermoed jij dat er meidenvenijn speelt bij jou in de klas? Of ben je ouder en ben je bang dat je kind slachtoffer wordt van meidenvenijn? Signalen die passen bij meidenvenijn zijn de volgende:
- Kliekjes die zich op het schoolplein en in de klas vormen;
- Zuchten, snuiven of met de ogen rollen als er iets gezegd wordt door het slachtoffer (alles om afkeuring en afwijzing te laten zien en voelen);
- Het doorgeven van briefjes tussen de queen en haar volgelingen;
- Fluisteren en buitensluiten, negeren en weglopen;
- Geen verantwoordelijkheid nemen voor het eigen gedrag en de schuld bij de ander neerleggen.
Het is niet altijd zo, maar meidenvenijn kan ook heel erg om uiterlijk gaan. Hoe iemand er uit ziet gaat op later leeftijd een grotere en belangrijkere rol spelen. Het slachtoffer kan er heel goed uitzien en daardoor worden gepakt, of juist een makkelijk slachtoffer zijn omdat ze er (in de ogen van de queen) niet goed uit ziet.
Tips om met meidenvenijn om te gaan
Wil je als leerkracht met meidenvenijn omgaan? Dan heb ik een paar tips voor je.
- Een sociale vragenlijst kan de verhoudingen in de klas laten zien. Wie is populair en wie niet?
- Bespreek pesten in de klas, bespreek ook de gevolgen en spreek af dat pesten niet is toegestaan.
- Stel groepsregels op aan de hand van het negatieve gedrag dat je ziet. Sluit al het ongewenste gedrag (zoals kliekjes vormen, fluisteren, briefjes doorgeven) daarmee uit en zet er een sanctie of straf op.
- Wees consequent in het straffen en belonen. Dat is heel belangrijk.
- Breng ouders op de hoogte van de afspraken die gelden. Reken op hun betrokkenheid en laat ze het bespreken met hun kind.
- Geef het slachtoffer vertrouwen. Zorg dat ze serieus genomen wordt en zegt dat ze niet klikt als ze voor zichzelf opkomt.
- Wees zelf de baas in de klas. Straal dat uit en laat zien dat je de pesters door hebt.
- Vorm een klein groepje kinderen om het slachtoffer heen en geef hen de opdracht haar te helpen.
- Betrek ouders bij het oplossen van meidenvenijn. Heb ook de verwachting dat ouders je steunen.
- Lees “Meidenvenijn in de klas” van Anke Visser voor meer informatie over dit probleem en een goede aanpak.
Ben je ouder en speelt meidenvenijn (mogelijk) bij jouw dochter? Dan volgen hier enkele belangrijke tips.
- Denk je dat je kind wordt gepest? Spreek dan met de leerkracht af en maak een plan.
- Hoor je dat anderen worden gepest? Meld dit dan ook bij de leerkracht. Je kan enorm helpen.
- Word jouw dochter verdacht van pesten? Sta dan open om het gesprek aan te gaan en denk niet “mijn dochter doet dat niet”. Zie het voordeel van de aanpak in het kader van de sociale ontwikkeling van je dochter. Het pestgedrag is een uitweg of vlucht.
- Wordt er in de klas van jouw kind gepest? Zorg dan dat je weet welke rol jouw kind heeft. Spoor je kind aan een andere, positievere rol aan te nemen om te helpen het pestgedrag weg te nemen.
- Lees “Meidenvenijn in de klas” van Anke Visser met meer achtergrondinformatie over meidenvenijn.
Je kunt geen reactie plaatsen, maar trackbacks en pingbacks zijn beschikbaar.